Mombrain
17 januari 2025
Het leek mij wel zo passend om in deze blog ook eens stil te staan bij de minder leuke dingen na de geboorte van Sophie. En zonder twijfel is dat mijn vergeetachtigheid. Niet een beetje vergeetachtig, maar tot het punt van disfunctioneren aan toe.
Hoewel ik een fantastische verbinding voel met mijn dochter, geen twijfel heb over wat haar mankeert en zelfs zeker weet wat ze nodig heeft, vraag ik mij echt af wat er met de andere helft van mijn brein is gebeurd. Die lijkt gewoonweg niet meer te werken en volledig te zijn uitgeschakeld. Ik heb geen focus, spring van de hak op de tak en vergeet wat er gezegd is nog tijdens hetzelfde gesprek.
Nu moet ik zeggen dat goed luisteren voor mijn zwangerschap ook al niet mijn grootste talent was. Echter, toen kon dat nog worden weggezet als “hoofdklasse”, maar tegenwoordig zitten we echt in de “eredivisie”, hoor. Kijk, soms is dat wel grappig, hè? Zoals wanneer je de autosleutels terugvindt in de koelkast. Maar bij mij neemt het toch echt andere vormen aan. Ik word er moedeloos van, en toch kan ik er precies niets aan doen. Het voelt werkelijk alsof mijn IQ met een twintigtal punten is gedaald.
Ik verzin zelfs hele overtuigende combinaties van dingen die totaal niet kloppen. Een paar maanden geleden was ik er bijvoorbeeld heilig van overtuigd dat je blauw en groen moet mengen om geel te krijgen. WIE VERZINT DAT!? Ik zoek mijn bril terwijl die op mijn hoofd staat, ben continu alle sleutels kwijt en doe het licht uit in het kantoor terwijl iedereen nog aan het werk is. Mijn hoofd voelt als één grote gatenkaas—als er überhaupt nog sprake is van een structuur. Het lijkt eerder alsof mijn geheugen al maandenlang de melding “Onvoldoende opslagruimte beschikbaar” geeft.
Bij normale geheugenklachten lukt het bijvoorbeeld even niet om op iemands naam te komen. Dat is lastig, maar verstoort je dagelijks leven niet. De mate waarin ik nu vergeetachtig ben, laat mij echter voelen als een incompetente medewerker op het werk, een onattente vriendin en een loedermoeder waar juffrouw Ank met rollende ogen naar zou kijken.
Blijkbaar is dit een wetenschappelijk onderbouwd fenomeen bij zwangeren en jonge moeders. Door de vele fysieke en hormonale veranderingen in je lichaam en hersenen kun je beter inspelen op de behoeften van je kleintje. Een studie uit Spanje liet zelfs zien dat vrouwen grijze stof verliezen in hun hersenen (die nodig is voor het verwerken van informatie). Hoe meer grijze stof er verloren ging, hoe positiever moeders waren over de interactie met hun baby en de band die ze met hun kind voelden. Een grotere mate van hersenverandering voorspelde een sterkere verbinding tussen moeder en kind.
Een soort extreem goede afstemming van verbindingen, waarin je zenuwcellen meer gespecialiseerd en efficiënter werken… mmm ja, die voel ik wel. Ik weet precies wat Sophie nodig heeft. Ik ben ook veel emotioneler en merk dat ik meer empathie heb in sociale interacties. Het frustrerende is alleen dat ik het daarna niet goed onthoud en er de volgende keer niet op terugkom.
Gelukkig gaat het lezen van mijn baby me zelfs zo goed af dat Tom haar regelmatig omhooghoudt en vraagt: “Wat heeft ze?” Na één seconde kijken weet ik genoeg en kan ik zonder enige twijfel het juiste advies geven: een nieuwe luier, een slaapje of een voeding. Voor mijn gevoel gaat dit zelfs beter dan bij mijn vorige twee baby’s. En eigenlijk is dat best fijn. Ik hoef niet onzeker te zijn over mijn opvoedkunsten en of die wel aansluiten bij de behoeften van mijn kind.
Bij de herstart van mijn werk ging het echter wat minder soepel, en dat is een understatement. Als je denkt dat je na je verlof weer lekker productief aan de slag kunt, heb je het goed mis. Ik heb de eerste week op mijn werk vooral gedacht: “Wat doe ik hier in vredesnaam?”
Dit stond los van het feit dat mijn verlof veel te snel voorbij was gevlogen, waardoor ik weinig motivatie had om mijn verantwoordelijkheden weer op te pakken. Nee, dit was echt een grote wolkenpartij met mist in mijn hoofd. Mijn brein werkte gewoon niet op toch redelijk essentiële momenten. Ik heb urenlang vegeterend voor mijn computerscherm gezeten, starend in het niets. Dat bleek ook wel toen de ICT’er van mijn werk maandelijks mailde om te vragen wat ik al die uren had gedaan, “want er stond geen productie geregistreerd.”
Gelukkig durf ik, nu ik na enkele maanden weer aan het werk ben, eindelijk te zeggen dat het een klein beetje verbetert. Het lukt me weer redelijk om mijn aandacht bij de taak te houden. De mix van hormonen en slaaptekort lijkt wat bij te trekken, en ik begin me langzaam weer mezelf te voelen. Mijn geheugen krabbelt op, mijn hormonen zijn wat kalmer…
Maar laten we eerlijk zijn—luisteren blijft voor mij nog steeds meer een concept dan een vaardigheid!
